Je vraagt aan je leerlingen de maat van hun schoenen . Dit kan gebeuren via een steekproef , waarop ze dan gemiddelde en standaardafwijking moeten berekenen.
Best wel meisjes en jongens apart laten berekenen.
Dan kan je zeggen dat deze waarden normaal verdeeld zijn door mu en sigma.
Dan laat je je leerlingen een schoenen zaak openen.
Hoveel dagen open per jaar ? ( 300 ) ; hoeveel paar verkocht per dag ( vb 50 ) , dus ze verkopen per jaar 15.000 paar schoenen
veronderstel mu = 41 en sigma = 2 , dan betekent dit : in de maten [41-2 tot 41+2] worden 66% van de schoenen verkocht , dus 10.000 paar in de maten 39, 40,41,42 en 43. oftwel 2000 paar schoenen in elk van die maten. Afhankelijk van de richting , kan je dieper gaan en juist uitrekenen per maat ( met rekenmachientjes)
je weet ook dat tussen [41-4 en 41+4 ] 98% wordt verkocht , oftewel de maten 37 , 38 en 44, 45 is dat 32% en zo voort ( dus 41-6 en 41+6 ] 99% oftwel 35,36 en 46,47 1 % oftwel 150 paar schoenen
daarna ga je een nieuw paar verkopen , van vb Beyonce , en je denkt dat je er 10.000 van kunt verkopen hoeveel koop je dan in per maat ? dus 6600 in maat 39, 40,41,42 en 43. oftwel 1320 per maat