Daarna ga je naar de school : dat geeft een lineaire functie met a = 2.5 Km dus f(x) = 2.5 x ( waarbij x de gebruikte methode is ( voet.fiets etc ) ( maar te gebruiken als 1/x )
en dan kun je nulpunten uitleggen als volgt : hoe snel moet je gaan , als je vb 48 minuten tijd hebt ( = 0.80 Uur)
Formule wordt dan 2.5x + 0.5 = 0.8 Uitgerekend geeft dit 2.5x = 0.3 , of x = 0.3/2.5 = 0.12 oftwel 8.5 km/u Dus te voet , is te traag , en met de fiets is te snel
Op grafiek zul je zien dat dit een stijgende functie is , waar het nulpunt 0.12 is ( 8.5 km/u) . voor 0.12 is de waarde negatief ( dus je zult te traag zijn ) , na 0.12 is de waarde positief ( dus je zult te vroeg zijn)
Je kan deze oefening per leerling maken : iedere leerling woont op een andere afstand , heeft andere tijd nodig voor op te staan
Opmerking : het nadeel van dit idee is dat leerlingen het niet erg vinden om 5 minuten te vroeg of te laat op school aan te komen.
Daarom kun het volgende doen : je zit in een klein ruimteschip , op xx km afstand van je moederschip. Er is een star wars bezig , en wanneer je moet terugkeren naar het moederschip , gaat de poort maar 1 seconde open.
Dus je berekeningen moeten juist zijn ( want anders verlies je een leven ).
In dit geval is de b de tijd nodig om je ruimteschip op te warmen en a de afstand tot het moederschip.
Je kan iedere leerling 10 levens geven . De eerste poging is de opwarmtijd vb 2 minuten . Dan krijgen de leerlingen 2 minuten om het antwoord te geven . Indien fout , verlies je een leven , en moet je opnieuw proberen met 2 minuten. Indien juist , komt de volgende poging , met 1m50 sec De laatste poging zal dan zijn met 20 seconden
Iemand die aan 20 seconden geraakt , heeft nog 10 levens over , en krijgt dan 10/10. Iemand met 9 levens over ( dus 1 foute berekening) krijgt nog 9/10